Onverwachte dingen... - Reisverslag uit Queenstown, Nieuw Zeeland van Roel Hunting - WaarBenJij.nu Onverwachte dingen... - Reisverslag uit Queenstown, Nieuw Zeeland van Roel Hunting - WaarBenJij.nu

Onverwachte dingen...

Door: Roel

Blijf op de hoogte en volg Roel

14 Juli 2016 | Nieuw Zeeland, Queenstown

De afgelopen weken zijn we met de bus verder richting het zuiden gereisd, met als laatste stop Queenstown. Dit wordt ook wel de adrenaline-hoofdstad van Nieuw-Zeeland genoemd, omdat er van alles te doen is op het gebied van extreme sporten. De bekendste zijn toch wel het skydiven, de Canyon Swing, wildwaterraften en niet te vergeten: Bungyjumpen.

Queenstown is de bakermat van het commerciële bungyjumpen. In de jaren '80 van de vorige eeuw waagden AJ Hackett samen van Henri van Asch (heeft Nederlandse ouders) het als eerste om van een 40 meter hoge brug te springen in Queenstown met een elastiek. AJ Hackett werd geïnspireerd door de Naghol-ceremonie die hij had gezien op het eiland Pentecost in Vanuatu. Daar springen mannen met lianen aan hun enkels gebondenvan een houten plateau, als bewijs van hun mannelijkheid, en voor een goede oogst. Op dit moment is bungyjumpen een wereldwijd begrip en wordt het in vele landen uitgeoefend. De hoogste bungy van Nieuw-Zeeland is ook gevestigd in Queenstown, namelijk de Nevis-bungy die een hoogte van 134 meter kent. Zelf heb ik geen last van hoogtevrees, maar waarom zou ik me van 134 meter naar onderen willen laten storten? Dit gaat tegen alle natuurwetten in, vandaar waarschijnlijk ook dat gevoel dat je voor- en achteraf hebt. De adrenaline jaagt door je lichaam heen. Er is vast wel eens gevraagd: Wat zou je eerder doen? Parachutespringen (skydiven) of bungyjumpen? Ikzelf vond het skydiven toch een veiligere gedachte, omdat er letterlijk iemand meespringt die de touwtjes in handen heeft en weet wat hij/zij doet. Bij bungyjumpen moet je het zelf doen. Uiteindelijk besloot ik donderdags pas om vrijdags de Nevis te doen. Ik kan je vertellen dat ik met behoorlijke zweethanden die creditkaart door het pinapparaat heb gehaald. Na het betalen zij de man achter de kassa nog vriendelijk:"Als je niet springt, dan krijg je je geld niet terug." "Bedankt voor de opbeurende woorden", dacht ik. Vrijdags om 10:00uur kwam het busje voorrijden die ons naar de springlocatie bracht. In de bus zaten vooral nerveuze, gespannen mensen en er werd weinig gepraat. Zelf was ik ook gespannen, maar had goed geslapen en had er ergens ook wel zin in. Maar tijdens dat ritje van 35 minuten schieten er allerlei gedachtes door je hoofd met steeds als eerste twee woorden:"Wat als...?" Een beetje angst had ik dus wel, maar iedereen die zegt dat hij/zij niet zenuwachtig is voor de eerste bungy, liegt denk ik. Daarentegen herinner ik nog een uitspraak uit een documentaire van Holland Sport. Henk Grol (judoka) had last van hoogtevrees en ging samen met Ard Schenk skydiven. Ard Schenk pushte Henk Grol om het te doen, want hij zei:"Je moet je angsten in de ogen durven kijken, want dan pas zie je nieuwe vergezichten." En dat is eigenlijk wel waar, want uiteindelijk is angst de slechte raadgever en het zit allemaal tussen de oren. Het is een mentaal spelletje dat het brein met je speelt. Op het moment dat we arriveerden bij de springlocatie, werden we in groepen verdeeld en in ons springharnas gehesen. Toevalligerwijs zat in de groep voor mij de fameuze AJ Hackett himself, samen met Henri van Asch. Het personeel van de Nevis zei dat het niet vaak voorkwam dat zij sprongen bij de Nevis. Voordat de kabelbaan ons naar het springplatform bracht, kregen we eerst nog uitleg over wat je moest doen als het elastiek uitgesprongen was en je dus volledig stilhing. Je moest dan een koort tussen je voeten naar links trekken zodat je in de zithouding weer naar boven kon worden getakeld. Daarnaast werd ons geadviseerd om bij het moment van springen niet naar onderen te kijken, maar al snel bleek dat dat niet mogelijk was. In de kabelbaan richting het springplatform werd je gedwongen om naar onderen te kijken, want je stond op een soort kippengaas met daaronder een 134 meter diep ravijn. Ook tijdens het 'waggelen' naar de springplank kon ik het niet laten om naar onderen te kijken, want de tenen moesten precies de rand raken. Het ging eigenlijk vanzelf, want je voeten zitten als het ware vastgeketend en het lichaam geeft dan een reactie af van:"Pas op dat ik niet val." Op zich al een vreemde gedachte als je kort daarna juist moet vallen. Toen ik uiteindelijk op de goede plek stond, begon iemand van het personeel af te tellen: 3...2...1...BUNGY! Op dat moment denk je echt nergens meer aan en spring je. Ik sprong direct en het was meer dan geweldig! Tijdens de acht seconden vrije val zie je niks van de omgeving, want het gaat zo snel voorbij. Maar wat was het gaaf! Toen het touw stilhing probeerde ik het koort tussen mijn voeten los te trekken, zoals ze dat vooraf uitlegde. Helaas trok ik uit reflex te lomp aan het koort en kwam ik dus niet in die comfortabele zithouding terecht. Het gevolg was dat ik helemaal ondersteboven teruggetakeld werd. Lachende gezichten alom in het springplatform, en dit gebeurde elke dag zeiden ze. Of ik het nog eens zou doen? Ja, denk het wel. Persoonlijk vond ik dat je bij de skydive meer kon genieten van het uitzicht, maar bij de bungy was de adrenalinekick veel langer voelbaar. Ik kan het beide aan iedereen aanraden!

De overige dagen in Queenstown hebben we wat rondgehangen en iedere avond uitgeweest. De zaterdagavond was de laatste avond dat we met de groep -waarmee we startten in Auckland- gingen stappen, want de volgende ochtend ging ik verder naar het zuiden, terwijl de anderen dit niet in hun buspas hadden zitten. Wel jammer, maar in de laatste week in Nieuw-Zeeland zie ik ze weer terug, omdat ik dan naar de Bay of Islands in het noorden ga.

Op zondagmorgen ging om 6:30 de wekker weer om de bus te pakken op weg naar Milford Sound. Hier hadden we een cruise door dit bijzondere gebied. Het is een groot fjord -zoals in Noorwegen- met de typerende hoge en zeer steile rotsen. In 2007 was het een potentieel gebied om op de lijst van de 'zeven natuurlijke wereldwonderen' te komen, maar uiteindelijk is er gekozen voor andere plekken in de wereld. Na Milford Sound begaven we ons richting de slaapplek die nacht. Ergens in de middle of nowhere waar geen elektriciteit was. Dat had ook wel wat. Geen internet, televisie of wat dan ook. Alleen een houtkachel en een gasstel waar je je eten kon klaarmaken.

De volgende morgen zijn we vertrokken naar het meest zuidelijkste eiland van Nieuw-Zeeland: Stewart Island. Het eiland waar een enorme Kiwi-populatie schijnt rond te lopen, de vogel die het nationale symbool is van Nieuw-Zeeland. Het schijnt dat je ze alleen in het donker kunt zien, want dan worden ze actief. Diezelfde avond hebben we er geen eentje kunnen vinden. Ofja, alleen de volgende morgen op de fruitafdeling van de supermarkt in het dorp. Maar die kiwi werd niet bedoeld. Nota bene was dit ook in het donker, want de generator die het eiland van stroom voorziet was die morgen uitgevallen. Daarnaast staat Stewart Island bekend om zijn unieke flora en fauna, en er leven ontzettend veel vogelsoorten in harmonie met elkaar samen. De populatie van die vogels is groter dan elders in de wereld, omdat er geen natuurlijke predators op het eiland voorkomen. Maar de voornaamste reden dat ik naar Stewart Island kwam, was om het Zuiderlicht te zien, want in de winter is de kans daarop groter. Het Zuiderlicht -aurora australis- is precies het tegenovergestelde van het Noorderlicht in Scandinavië en Canada in de winter. Maar bij het Zuiderlicht is het poollicht afkomstig van de Zuidpool. Die avond zette ik de wekker op 2:00 uur. Ik ben daarna naar een uitkijkpunt gelopen waar je goed zicht had op de sterrenhemel en richting het zuiden kon kijken. Uiteindelijk heb ik tot 4:30 uur moeten wachten totdat de sterrenhemel oplichtte. Een enorme groene gloed kwam tevoorschijn, aangevuld door rood en hier en daar blauw. Het is echt het mooiste natuurverschijnsel dat ik ooit heb gezien. Helaas had ik de spiegelreflexcamera niet op de goede instellingen staan, en ook had ik geen statief die je blijkbaar nodig hebt om zoiets te fotograferen. Uiteindelijk heb ik nog wel met de telefoon een foto kunnen maken.

Kortom, de afgelopen weken waren bijzondere weken met nieuwe ervaringen. Wat het hoogtepunt is tot nu toe in Nieuw-Zeeland? Dat is morgen, want dan vertrekken we met de bus van Queenstown richting Mount Cook, de hoogste berg van Nieuw-Zeeland.

Cheers!

Roel

  • 14 Juli 2016 - 21:10

    Ineke:

    Spannend Roel. Ik neem jouw advies om te bungy jumpen maar niet over. Tot het volgende verhaal/belevenis.

  • 21 Juli 2016 - 13:10

    Janny Leijzer:

    Hoi Roel, Graag reageer ik op jouw heldendaden. Wat een gedoe. Zou je nog kunnen wennen in Megchelen?. Maar je bent jong en je wilt wat. Jouw sportiviteit spat er van alle kanten uit. Ga zo door en gij zult spinazie eten......... Ik heb in ieder geval met smaak jouw verslag gelezen. Dag lieve Roel, tot een volgend verslag. Tante Janny.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Roel

Actief sinds 01 Feb. 2016
Verslag gelezen: 342
Totaal aantal bezoekers 10563

Voorgaande reizen:

01 Februari 2016 - 31 December 2016

Werkstage in Sydney

Landen bezocht: