Outback. Darwin - Alice Springs

‘Welke kant zullen we eens op?’ Dat was de eerste vraag die opkwam toen we de kaart van Australië voor ons hadden liggen nadat we de campervan hadden opgehaald in Darwin. Tot onze verbazing was er maar één snelweg die ons naar Melbourne zou brengen: de Stuart Highway. Deze weg start in Darwin en eindigt in Melbourne met een afstand van om en nabij 4000 kilometer dwars door de Outback. Een flinke afstand in 21 dagen, maar goed te doen. De eerste paar dagen hebben we in Darwin wat rondgelopen en een mooie zonsondergang gezien. Op dinsdag hebben we de campervan opgehaald die we voor deze trip hadden gehuurd. Een paar nieuwe voorbanden hadden ze er opgelegd en daar ging het heen. Op naar het zuiden. De eerste stops waren Kakadu- en Litchfield National Park. Hier verbleven we drie dagen. Mooie uitzichten en wat een prachtige natuur. Na drie dagen zijn we verder naar het zuiden gereden met op de vijfde dag een stop bij Daly Waters. Dit is de oudste kroeg in het Northern Territory en deze pub fungeerde in de Tweede Wereldoorlog als vliegveld voor de geallieerde piloten die op weg waren naar Nederlands-Indië.

Net zoals de vorige campings bleek op deze camping ook dat we de gemiddelde leeftijd flink omlaag haalden. De gemiddelde leeftijd op de meeste campings ligt rond de 65+, en af en toe zijn er wel backpackers van onze leeftijd, maar wat is het mooi om te zien hoe de mensen van hun pensioen genieten. Met de camper op pad om meer van hun eigen land te zien. Erg vriendelijke mensen en veel mensen zijn nieuwsgierig wat we doen en zijn in voor een praatje. Toen we op een avond bij een camping langs de snelweg bij een kampvuur zaten, grapte een stel al dat ze door de jongere generaties in Australië werden gezien als de grey-nomads, ofwel grijze nomaden. Wel grappig gevonden, maar we vragen ons af of Australië niet een referendum kan houden over de naam Outback. Moet die wel langer met de letter ‘t’ worden geschreven of zou het beter zijn met een ‘d’ er tussenin. Haha, grapje. Maar wel genoten van andere mensen die genieten.

Terugkomend op het café in Daly Waters. Vooral ’s avonds zat de sfeer er goed in door de muziek van twee cowboys die schijnbaar daar al jaren muziek maken. Dit deed ons besluiten om nog een dag daar te blijven, ook omdat het best gezellig was. Zondagsmorgens hebben we in datzelfde café de 4x100meter zwemestafette van de dames gezien op de Olympische Spelen. Australië is naast het rugby en cricket een echt zwemland. Mooi om te zien hoe de Australiërs reageerden toen hun dames - waaronder de zussen Campbell- goud pakten. Geëmotioneerd bleef een man naar het televisiescherm staren toen de kus van de zussen eindeloos werd herhaald. Historisch sportmoment voor hun. Maandags zijn we vervolgens doorgereisd naar Tennant Creek waar we twee Nederlandse meiden tegenkwamen met autopech, en daar al drie dagen stonden. Na Tennant Creek zijn we naar Alice Springs gegaan, de meest centraal gelegen stad in Australië. In deze stad leven enorm veel Aboriginals, de inheemse bevolking van Australië. Rondom Alice Springs kun je naar de West MacDonells Ranges met haar talloze rode rotsen en kloven, alsook naar de Kings Canyon. Dit wordt ook wel de Grand Canyon van Australië genoemd. Erg indrukwekkend. Morgen gaan we naar Uluru (Ayer’s Rock), de bekendste rots van Australië. Hierna zullen we doorrijden richting Adelaide, met een aantal stops tussenin waaronder Coober Pedy en Flinders Ranges. Tenslotte valt ook op dat ze hier veel ijs eten na het avondeten. Dit doen ze waarschijnlijk vanwege de naam: Red Dessert of is het Desert?